2019-03-20
Voor de productie van biobrandstoffen worden vaak afvalstoffen en residuen ingezet als grondstof. Biobrandstoffen moeten voldoen aan Europees wettelijke duurzaamheidseisen zoals vastgelegd in de ‘Richtlijn hernieuwbare energie’. Better Biomass is een van de erkende certificatieschema’s om aan te tonen aan deze duurzaamheidseisen te voldoen. Indien de biobrandstof wordt geproduceerd uit niet van landbouw, aquacultuur, visserij of bosbouw afkomstige afvalstoffen en residuen, dan moet het duurzaamheidsysteem ook aantonen dat het op de afwezigheid van doelbewuste bewerking toetst. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft Better Biomass hierop aanvullend beoordeeld en besloten dit duurzaamheidssysteem goed te keuren voor de afgifte van bewijzen van afwezigheid van doelbewuste bewerking.
Stimuleren gebruik van reststromen
In de ‘Richtlijn hernieuwbare energie’ is een bijlage opgenomen met grondstoffen die als afvalstof of residu worden aangemerkt (ook bekend als bijlage IX). Voor het behalen van de doelstelling van aandeel hernieuwbare energie voor vervoer (10 % in 2020) telt de energie-inhoud van deze materialen dubbel. Verder wordt gebruik van afvalstoffen en residuen aangemoedigd ter voorkoming van inzet van voedselgewassen. Vanwege deze voordelen, kan het voor bedrijven aantrekkelijk worden moedwillig meer van deze materialen te produceren. Om deze reden wordt van duurzaamheidssystemen verwacht dat ze erop toezien dat productieprocessen niet doelbewust worden bewerkt.
Better Biomass toets ook of grondstoffen die worden aangemerkt als reststroom voldoen aan de definitie hiervan. Deze definitie omvat het niet doelbewust bewerken van productieprocessen. In het duurzaamheidssysteem zijn hiervoor ook specifieke regels opgenomen voor de certificatie-instellingen die bedrijven beoordelen. Bij een positieve beoordeling ontvangt het bedrijf een Better Biomass certificaat. Het bewijs van afwezigheid van doelbewuste bewerking komt bij Better Biomass tot uitdrukking door een aantekening op het certificaat en in (de samenvatting van) het auditrapport.
Hernieuwbare brandstofeenheden
In Nederland moeten partijen die biobrandstoffen ‘uitslaan’, deze inboeken in het register van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Voor de ingeboekte biobrandstoffen ontvangt de partij hernieuwbare brandstofeenheden (HBE). De benodigde HBE’s neemt jaarlijks toe met een stijgend aandeel hernieuwbare energie. De NEa onderscheidt drie types HBE’s, die gelinkt zijn aan de aard van de grondstoffen. De waarde van een HBE kan verschillen per type. De HBE verkregen uit de inzet van geavanceerde biobrandstoffen is gebaseerd op de materialen in bijlage IX. Een partij kan alleen dergelijke HBE’s ontvangen indien het in het bezit is van een bewijs van afwezigheid van doelbewuste bewerking.